Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En het geschiedde, toen de koning de koningin Esther zag, staande [4]in het voorhof, verkreeg zij genade in zijn ogen, zodat de koning den gouden scepter, die in zijn hand was, [5]Esther toereikte; en Esther naderde, en [6]roerde de [7]spits des scepters aan. 4. Versta hier, de binnenzaal van het paleis, waar de koning zijn kamers had. 5. Dit was een teken, dat hij haar verlof gaf tot hem te naderen en dat hij gewillig en bereid was te horen wat zij van hem begeren zou. 6. Tot een teken van gehoorzaamheid en eerbied. 7. Hebreeuws, het hoofd.